Hieronder vindt u op alfabetische volgorde de meest voorkomende knieklachten. Lees meer over uw klacht, de oorzaak van het ontstaan van deze klacht en onze behandelmogelijkheden. Via het linkermenu kunt u navigeren naar de klachtenwijzer voor de voet, heup en rug.

Knie

  • Jumpers knee (voorzijde knie)

    Een jumpers knee, ook wel springersknie, is een peesblessure aan de voorzijde van de knie net onder de knieschijf. Door overmatige belasting kan de pees overbelast raken en kan het peesweefsel in kwaliteit achteruitgaan. De blessure komt vaak voor bij sporten waar veel gesprongen wordt, zoals basketbal of volleybal. De pijn uit zich onder de knieschijf en wordt in het begin vaak tijdens of net na het sporten gevoeld. Bij rust nemen de klachten dan af. Wanneer men al langere tijd met de pijnklachten kampt en geen actie onderneemt wordt de klacht heviger van aard en kan het zelfs chronisch worden. Rust houden geeft dan geen verlichting meer en soms is er een zwelling van de pees aanwezig.   

    Oorzaak 

    Bij een jumpers knee is er sprake van een overbelasting. De overbelasting ontstaat door een te hoge trainingsopbouw of door herhaaldelijke explosieve bewegingen uitvoeren tijdens het sporten. Een standsafwijking van de voeten, knieën of heupen zoals een bekkenscheefstand, kunnen bijdragen aan deze overbelasting. Wanneer de sportschoenen onvoldoende schokdemping kan dit ook bijdragen aan het ontstaan van een jumpers knee. 

    Behandeling 

    De podotherapeut onderzoekt wat de oorzaak is voor het ontstaan van deze klacht. Er wordt gekeken of er sprake is van een afwijkende stand van de voeten of benen. Daarnaast wordt er gekeken naar het looppatroon en de afwikkeling van de voet, knie en heup.  

    Daarnaast worden de volgende therapieën besproken: 

    1. Voorlichting met betrekking tot belasting/belastbaarheid 
    2. Schoenadvies 
    3. Podotherapeutische zolen 
    4. Oefeningen 
    5. Doorverwijzing naar de fysiotherapeut 

  • Osgood schlatter (knieklacht bij kinderen)

    Kinderen zijn nog in de groei en maken de grootste groeifase door tussen het achtste en vijftiende levensjaar. Osgood Schlatter is een knieklacht die voorkomt bij kinderen die een groeispurt doormaken.  Het is een irritatie van de groeischijf die zich aan de voorzijde van het scheenbeen net onder de knieschijf bevindt. Deze plek is te herkennen aan een (harde) knobbel. Er wordt vaak een stekende pijn gevoeld op deze plek die toeneemt bij fanatiek sporten of knielen.  

    Oorzaak 

    Het ontstaan van Osgood-schlatter komt hoofzakelijk door het doormaken van een groeispurt. Kinderen zijn erg actief. Zo wordt er veel gesport, gespeeld en gerend. Een afwijkende stand van de voet en de knie kunnen ook van invloed zijn op het ontstaan van deze klacht. Een combinatie van bovenstaande punten maakt dat er veel trekkrachten op de bovenbeenspier (m. Quadriceps femoris) komt te staan die aanhecht op de pijnlijke plek.  

    Behandelplan 

    De podotherapeut gaat op zoek naar de oorzaak van het ontstaan van deze klacht. Er wordt gekeken naar de stand van de voeten en knieën en naar het looppatroon. Op basis van het onderzoek stelt de therapeut samen met de ouders en het kind een behandelplan op. Het plan kan bestaan uit: 

    1. Voorlichting met betrekking tot belasting/belastbaarheid 
    2. Oefeningen 
    3. Podotherapeutische zolen 
    4. Samenwerking met de fysiotherapeut 

  • Patellofemoraal pijnsyndroom (knieschijf)

    Patellofemoraal pijnsyndroom, ook wel retropatellaire chondropatie, is een pijnklacht aan de knieschijf. Het kraakbeen aan de achterzijde van de knieschijf (patella) is aangetast doordat de knieschijf niet goed in de groeve van het bovenbeen beweegt. Met name bij hurken, traplopen, fietsen en sporten wordt een stekende pijn gevoeld rond de knieschijf.  

    Oorzaak  

    Een afwijkende kniestand, zoals een X-stand of O-stand, zorgt ervoor dat de knieschijf niet goed kan bewegen in de groeve. Deze afwijkende kniestand kan rigide zijn, maar ook het gevolg zijn van een afwijkende voetstand. Een disbalans in de beenspieren kunnen bijdragen aan de pijnklachten.  

    Behandeling 

    De bewegingen van de voet, knie en heup spelen een belangrijke rol bij deze klacht. Hier wordt dan tijdens het onderzoek dan ook uitgebreid naar gekeken. Daarnaast wordt het looppatroon geanalyseerd en worden de schoenen gecontroleerd. Op basis van de gegevens uit het onderzoek wordt er een behandelplan opgesteld. Mogelijke podotherapeutische behandelingen voor patellofemoraal pijnsyndroom zijn: 

    1. Voorlichting met betrekking tot belasting/belastbaarheid 
    2. Podotherapeutische zolen 
    3. Oefeningen 
    4. Schoenadvies 
    5. Samenwerking met de fysiotherapeut 

  • Tractus iliotibiaal frictie syndroom (buitenzijde knie)

    Het tractus iliotibiaal frictie syndroom, ook wel lopersknie, is een veel voorkomende klacht bij hardlopers en fanatieke wandelaars. Het betreft een overbelasting van een peesplaat aan de buitenzijde van de knie. De overbelasting ontstaat door herhaaldelijke frictie van de peesplaat over een uitstulping (laterale epicondyl) aan de buitenzijde van het bovenbeen net boven de knie. Deze herhaaldelijke frictie geeft irritatie en kan soms tot ontsteking leiden. Er is dan sprake van een stekende pijn aan de buitenzijde van de knie die verder kan uitstralen in de knie of naar het onder of bovenbeen.  

    Oorzaak 

    De pijn ontstaat door herhaaldelijke frictie van de peesplaat over de laterale epicondyl. Deze frictie kan ontstaan doordat iemand altijd aan dezelfde kant van de weg (hard)loopt waardoor men een fictief “beenlengteverschil” creëert. Mensen met een afwijkende voetstand of afwijking in de stand van de benen zoals X-benen of O-benen hebben meer kans op het krijgen van deze blessure. 

    Behandeling 

    De podotherapeut onderzoekt bekijkt de stand van de voeten, enkels, knieën en heupen en onderzoekt hoe deze ten opzichte van elkaar bewegen. Uw looppatroon wordt in kaart gebracht evenals uw hardlooptechniek. De podotherapeut kan de volgende therapieën inzetten bij het behandelen van een tractus iliotibiaal frictie syndroom: 

    1. Podotherapeutische zolen 
    2. Voorlichting met betrekking tot belasting en belastbaarheid 
    3. Schoenadvies 
    4. Oefeningen 
    5. Samenwerking met de fysiotherapeut 

;