Hieronder vindt u op alfabetische volgorde de meest voorkomende heupklachten. Lees meer over uw klacht, de oorzaak van het ontstaan van deze klacht en onze behandelmogelijkheden. Via het linkermenu kunt u navigeren naar de klachtenwijzer voor de voet, knie en rug.

Heup

  • Bursitis subtrochanterica

    Een bursitis subtrochanterica is een ontsteking van de slijmbeurs aan de buitenzijde van de heup. Het is een veel voorkomende klacht bij onder andere hardlopers. Vaak wordt aangegeven dat er een zeurende pijn aanwezig is. Soms voelt de plek warm aan en kan liggen op de zij pijnklachten geven.  

    Oorzaak 

    De slijmbeurs zorgt ervoor dat de spier aan de buitenkant van het bovenbeen makkelijk langs het heupbot glijdt. Door herhaaldelijke bewegingen kan dit leiden tot frictie waardoor de slijmbeurs geïrriteerd kan raken en uiteindelijk gaat ontsteken. Het is onduidelijk wat de precieze oorzaak is voor het ontstaan van deze klacht. Er kunnen verschillende oorzaken aan ten grondslag liggen.  

    Behandeling 

    Een podotherapeut beoordeelt tijdens het onderzoek de stand van de voeten, benen en de rest van het lichaam. Daarnaast wordt er gekeken naar het lopen, naar de structuur van de omliggende pezen en spieren en hoe de heup beweegt.  Het is ook belangrijk om de sportschoenen mee te nemen naar het onderzoek. Deze worden namelijk ook beoordeeld en meegenomen in de therapie. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek wordt er een behandelplan opgesteld. De volgende therapie of combinatie van therapieën kunnen voorgesteld worden: 

    1. (Sport)schoenadvies 
    2. Rust 
    3. Podotherapeutische inlays 
    4. Samenwerking met fysiotherapeut of manueel therapeut. 

  • Ischias

    Bij ischias gaat het om een zenuwpijn. De ischiaszenuw is de langste zenuw in het lichaam. Wanneer deze zenuw ingeklemd of geïrriteerd raakt kunnen er pijnklachten ontstaan. Ischias is een aandoening die wisselend kan komen opzetten. De pijn kan beginnen onder in de rug en straalt vervolgens uit naar de bil en kan uitstralen tot aan de knie. De pijn wordt divers omschreven. De een heeft het over een schietende pijn, de ander over een stekende pijn of een branderig gevoel.  

    Oorzaak 

    Ischias ontstaat in de meeste gevallen door aandoeningen in de rug waardoor de zenuw ingeklemd kan raken. Denk hierbij aan een hernia of slijtage van de tussenwervelschijven. Daarnaast kan zwaar belastend werk waarbij veel getild moet worden of een zwangerschap het risico op ischias vergroten.  

    Behandeling 

    De podotherapeut gaat tijdens het onderzoek opzoek naar de oorzaak van de klacht. Er wordt gekeken naar de lichaamshouding en of er een scheefstand is in het bekken. Daarnaast wordt het lopen beoordeeld. Op basis van de uitkomsten uit het onderzoek kan de podotherapeut een therapie voorstellen. De volgende therapieën zijn mogelijk: 

    1. Schoenadvies 
    2. Rust 
    3. Oefeningen 
    4. Podotherapeutische inlays 

  • Snapping hip (liesregio of buitenzijde heup)

    Bij een snapping hip kan er sprake zijn van een klikkend of knappend gevoel rond de heup bij het bewegen van het gewricht. Soms gaat dit gepaard met pijn. Deze klacht komt met name voor bij sporters waarbij door een te intensieve belasting de pezen en spieren rondom de heup overbelast raken. Door de overbelasting raken de pezen en spieren verdikt waardoor de pezen en spieren niet goed meer langs de botstructuren glijden, met tot gevolg een knappend gevoel. 

    Oorzaak 

    De snapping hip kan op twee plaatsen voorkomen, namelijk inwendig (de interne snapping hip) of uitwendig (de externe snapping hip). Bij de interne variant is er sprake van pijn in de liesregio bij het buigen of strekken van de heup door een irritatie van de illiopsoasspier. Daarnaast kan de pijn ook veroorzaakt worden door een probleem in het heupgewricht zelf, zoals kraakbeenletsel. De uitwendige variant komt veel vaker voor. Er is sprake van pijn aan de buitenzijde van de heup doordat de buitenste heupspier of de bilspier niet goed over het heup bot glijden. Tijdens het onderzoek beoordeelt de podotherapeut de stand van de voeten, benen en de rest van het lichaam. Daarnaast wordt er gekeken naar het lopen, naar de structuur van de omliggende pezen en spieren en hoe de heup beweegt.  

    Behandeling 

    Aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek, gaat de podotherapeut met u in overleg over welke behandeling het meest geschikt is voor u. Soms is ook een combinatie van verschillende therapieën mogelijk. De volgende therapieën kan een podotherapeut adviseren: 

    1. Rust 
    2. Podotherapeutische inlays 
    3. Schoenadvies 
    4. Samenwerking met bijvoorbeeld een fysiotherapeut of manueel therapeut 

  • Tractus iliotibiaal frictie syndroom (buitenzijde heup)

    Het tractus iliotibiaal frictie syndroom is een veel voorkomende klacht bij hardlopers en fanatieke wandelaars. Het betreft een overbelasting van een peesplaat aan de buitenzijde van de heup die loopt tot de knie. De overbelasting ontstaat door herhaaldelijke frictie van de peesplaat over een uitstulping van het heupbot. Deze herhaaldelijke frictie geeft irritatie en kan soms tot ontsteking leiden. Er is dan sprake van een stekende pijn aan de buitenzijde van de heup die verder kan uitstralen naar de knie. De pijn speelt met name op door herhaaldelijke bewegingen zoals bij traplopen of fietsen. Het slapen op de zij kan soms ook pijnklachten geven.

    Oorzaak 

    De pijn ontstaat door herhaaldelijke frictie van de peesplaat over de uitstulping van het heupbot. Deze frictie kan ontstaan doordat iemand altijd aan dezelfde kant van de weg (hard)loopt waardoor men een fictief “beenlengteverschil” creëert. Mensen met een afwijkende voetstand of afwijking in de stand van de benen zoals X-benen of O-benen hebben meer kans op het krijgen van deze blessure. 

    Behandeling 

    De podotherapeut onderzoekt bekijkt de stand van de voeten, enkels, knieën en heupen en onderzoekt hoe deze ten opzichte van elkaar bewegen. Uw looppatroon wordt in kaart gebracht evenals uw hardlooptechniek. De podotherapeut kan de volgende therapieën inzetten bij het behandelen van een tractus iliotibiaal frictie syndroom: 

    1. Podotherapeutische zolen 
    2. Voorlichting met betrekking tot belasting en belastbaarheid 
    3. Schoenadvies 
    4. Oefeningen 
    5. Samenwerking met de fysiotherapeut 

;